Treasuries stijgen nadat de Amerikaanse kerninflatie minder sterk stijgt dan verwacht

\"\"

De koersen van de Treasuries zijn dinsdag en woensdag opnieuw gestegen nadat bleek dat de kerninflatie minder dan verwacht was gestegen.

De rente op Amerikaanse staatsobligaties viel terug nadat een koeler dan verwachte inflatiebarometer in maart de economen ertoe aanzette hun verwachtingen voor (te) agressieve renteverhogingen door de Federal Reserve terug te schroeven.

De rendementen voor obligaties met een looptijd van twee tot vijf jaar namen het voortouw en daalden met meer dan 10 basispunten. Het rendement van de 10-jarige obligatie daalde met maar liefst 8,5 basispunten tot 2,695%, nadat eerder in de sessie voor het eerst sinds december 2018 de kaap van 2,80% werd overschreden. Gisteren werd afgevlagd op 2,687%. De dollar daalde eveneens in koers.

De zogenaamde kernconsumentenprijsindex, exclusief voedsel- en energieprijzen, steeg in maart met 0,3% ten opzichte van 0,5% in februari. Een stijging van 0,5% was verwacht volgens de mediaanprognose in een rondvraag gedaan door Bloomberg. Inclusief voedsel en energie steeg de CPI met 8,5% ten opzichte van een jaar eerder, het hoogste percentage in meer dan vier decennia. De prijzen in de dienstensector en stegen met 5,1% op jaarbasis, de grootste vooruitgang sinds 1991.

\”De eerste reactie van de markt was een zucht van verlichting, aangezien de kern-CPI zwakker binnenkwam dan verwacht\”, zegt Paul O\’Connor, hoofd van het multi-asset-team bij Janus Henderson. “Toch is deze release geen game-changer. Hoewel de inflatie van de prijzen voor goederen waarschijnlijk dicht bij een piek zit, blijven de prijzen en lonen in de dienstensector aan momentum winnen. Het bewijs van een ommekeer in deze dynamiek is wat de markten nodig hebben om te geloven dat de Amerikaanse rentecyclus volledig is in geprijsd.\”

De Amerikaanse centrale bank verhoogde vorige maand de bandbreedte voor haar beleidsrente met een kwartpunt tot 0,25%-0,5%, de eerste verhoging sinds 2018. De notulen van de vergadering, die vorige week werden vrijgegeven, gaven te kennen dat het gepast zou zijn om het monetaire beleid spoedig in de richting van een neutrale houding te sturen. De mediane schatting van het neutrale tarief door beleidsmakers was ongeveer 2,4%. Wat betekent dat er nog heel wat ruimte is om de rente op te trekken.

De verwachtingen van de toekomstige inflatie beginnen zich te stabiliseren na het bereiken van de hoogste niveaus van de afgelopen twee decennia, en de lange termijn verwachtingen blijven lager dan die voor de kortere termijn, wat erop wijst dat beleggers denken dat het beleid van de Fed de inflatie effectief een kopje kleiner zal maken.

James Athey, investeringsdirecteur bij Aberdeen Asset Management:. \”Totdat zowel het officiële inflatie en de kerninflatie aanzienlijk lager zijn, kan de Fed het zich niet veroorloven om ook maar in het minst te versoepelen.\”