De verliezen van de
Bank of England op de obligaties die zijn gekocht om de Britse economie na de
financiële crisis te ondersteunen, zullen volgens Deutsche Bank materieel hoger
zijn dan tot halverwege dit decennium werd verwacht.
Eind juli schatte de
centrale bank dat zij van het Britse ministerie van Financiën zou verlangen dat
de overheid £150 miljard ($189 miljard) aan verliezen op haar
activa-aankoopfaciliteit (APF) zou compenseren.
Het programma liep van
2009 tot 2022 en was bedoeld om de financieringsvoorwaarden te verbeteren voor
bedrijven die getroffen waren door de financiële crisis van 2008. Het zag de
BOE voor £895 miljard aan obligatieposities opbouwen, terwijl de rente
historisch laag was.
De centrale bank begon
eind vorig jaar echter met het afbouwen van die positie, aanvankelijk door het
stopzetten van de herinvestering van aflopende activa en vervolgens door de
obligaties vanaf oktober 2022 actief te verkopen in een tempo van naar
verwachting £80 miljard per jaar.
Zowel het ministerie
van Financiën als de BOE wisten toen het APF werd geïmplementeerd dat de vroege
winsten (£123,8 miljard vanaf september vorig jaar) verliezen zouden worden als
de rente zou stijgen.
Het tempo waarin de
centrale bank het monetaire beleid heeft moeten verkrappen in een poging de
inflatie te beteugelen, betekent echter dat de kosten scherper zijn gestegen
dan verwacht. Hogere rentetarieven hebben de waarde van de gekochte
staatsobligaties – ook wel staatsobligaties genoemd – omlaag gedrukt, net toen
de BOE ze met verlies begon te verkopen.