De wereldeconomie blijkt niet in staat om de coronaviruscrisis van zich af te schudden, dit te midden van aanhoudende verstoringen van het aanbod, stijgende prijzen en nieuwe uitbraken van het Covid-19 virus op verschillende plaatsen in de wereld. De situatie is met andere woorden verre van onder controle en dat op een moment dat de winter op het noordelijk halfrond inmiddels al bijna een maand geleden is begonnen.
Wereldwijde enquêtes onder inkoopmanagers wijzen in de richting van grote onzekerheid. De economen verwachten onder andere een vertraging van de productie- en dienstenactiviteit in de hele eurozone en het VK en en slechts een bescheiden verbetering in de VS. Delen van Europa worden geconfronteerd met hernieuwde beperkingen om een nieuwe golf van het virus in te dammen, het herstel van China hapert en de ook in de Verenigde Staten stijgt het aantal besmettingen.
De wereldeconomie moet zich zodoende voorbereiden op een tweede noordelijke winter van ellende, waarbij de situatie nog verergerd door de komst van meer inflatie (en dus een duurder levensonderhoud) als gevolg van zowel stijgende gasprijzen en knelpunten in de bevoorrading. Zowel de Verenigde Staten als Europa worden geconfronteerd met een pijnlijke piek in de consumentenprijzen. Het leven wordt met andere woorden steeds duurder.
In de VS zei de voormalige minister van Financiën, Lawrence Summers, dat hij niet meer dan 15% kans ziet dat het allemaal goed zal komen, met een veel grotere kans op een hardnekkig hoge inflatie of een groeivertraging. Tegen die achtergrond moeten de centrale banken beslissen over het intrekken van de stimuleringsmaatregelen. Het lijkt in dat verband in ieder geval verstandig om voorzichtig te werk te gaan.