De op hol geslagen energie-inflatie heeft al zijn tol
geëist van de Europese industrie, maar er doemt een andere en misschien nog
grotere dreiging op.
De twee grootste meststoffenleveranciers van Europa,
Rusland en Wit-Rusland, hebben wraak genomen op Europese sancties door de
export van meststoffen stop te zetten.
Feit blijft dat de mondiale voedselketen, en dan vooral
de Europese schakels er van, er momenteel niet goed voor staat.
Op hol geslagen energieprijsinflatie heeft grote
schade aangericht aan de Europese industriële activiteit, waarbij vooral de consumenten
de dupe zijn. Aluminium- en staalsmelterijen sluiten vanwege energiekosten.
Chemische producenten verhuizen naar de Verenigde Staten. BASF plant een
permanente inkrimping van de activiteiten.
Er is echter een groter probleem dat in lucht hangt.
Ook de meststoffenmakers in West-Europa leggen hun fabrieken stil vanwege de
hoge energiekosten. En de invoer van kunstmest is gedaald omdat de grootste
leveranciers van meststoffen voor Europa Rusland en Wit-Rusland waren. Vanwege
de sancties zijn die dat niet langer.
Beide landen hebben wraak genomen op de sancties door
de export van meststoffen naar Europa stop te zetten en de verklaringen van Europese
functionarissen die herhalen dat de export van meststoffen niet wordt bestraft,
brengen geen zoden aan de dijk.
Rusland is goed voor 45 procent van de wereldwijde
aanvoer van ammoniaknitraat, volgens cijfers van het Institute for Agriculture
and Trade Policy, geciteerd door de FT. Maar het is ook goed voor 18 procent
van de aanvoer van kalium – kaliumhoudende zouten die een van de belangrijkste
gradiënten van meststoffen zijn – en voor 14 procent van de fosfaatexport.
Wit-Rusland is ook een belangrijke exporteur van
meststoffen, vooral potas. Maar Wit-Rusland valt sinds 2021 onder de EU-sancties
wegens beschuldigingen van mensenrechten en ook zijn kunstmestindustrie is het
doelwit van deze sancties. Dit heeft onverwachte consequenties geleid voor
Europa en zijn voedselzekerheid.
“De waardeketens waren voor de problemen begonnen
goed geïntegreerd”, vertelde de CEO van het Noorse Yara International, een
grote kunstmestproducent, aan FT.
“Als je naar de kaart van Europa kijkt zijn deze
ketens in de loop van decennia ontstaan, ze zijn bij wijze van spreke
organische geïntegreerd. Zelfs tijdens de koudste delen van de koude oorlog
bleven de kunstmessen onze richting uitkomen. En dat veranderde in een paar
dagen tijd radicaal. We kunnen nu fluiten naar de invoer van kunstmest uit
Wit-Rusland en Rusland.
Net als bij gas, is de EU, die geneigd eerst te
handelen dan na te denken, op zoek gegaan naar alternatieve bevoorrading met
kunstmest. Marokko is een optie, meldde Euractiv eerder deze maand, aangezien het
land al zo’n 40 procent van het Europese fosfaat levert. Dit cijfer zou zelfs
flink kunnen stijgen.
Centraal-Azië is een andere optie, en meer specifiek
Oezbekistan. Oezbekistan exporteert momenteel voornamelijk meststoffen naar
Azië en enkele landen in het Midden-Oosten.
Maar in beide gevallen duiken er levensgrote problemen
op. Enerzijds is de lokale kunstmestproductie dus gedecimeerd door de torenhoge
energiekosten. Aan de andere kant hebben de sancties een reactie van Rusland
uitgelokt die waarschijnlijk niet was verwacht hoewel dat wel had moeten
gebeuren: de export van kunstmest is drastisch verlaagd, want iedereen is
voorzichtig geworden. Waardoor het importafhankelijke Europa kwetsbaar is voor
voedselschokken. Er is weer een andere gevaarlijke afhankelijkheid aan het
licht gekomen en die kan ons extra hard raken.
Er lijkt geen onmiddellijke oplossing voor het
probleem te zijn, en dat zal misschien ook een tijdje niet zo zijn. Zelfs als
Europa voldoende vervangers vindt voor alle invoer van Russische en
Wit-Russische kunstmest, zal zijn rekening op dezelfde manier stijgen als zijn
gasrekening toen het overstapte van Russisch pijpleidinggas naar LNG. En dit
zal de inflatie voeden
Het Institute for Agriculture and Trade Policy, een
pleitbezorger voor duurzame landbouw, waarschuwde in een recent rapport dat de
wereld “verslaafd” is aan chemische meststoffen. Meststoffen die behoorlijk
duur zijn geworden. “G20-landen betaalden in 2021 bijna twee keer zoveel voor
de invoer van belangrijke meststoffen in vergelijking met 2020 en liggen op
schema om in 2022 drie keer zoveel uit te geven – een extra kost van ten minste
21,8 miljard dollar. Het VK betaalde bijvoorbeeld 144 miljoen dollar extra voor
de invoer van kunstmest in 2021 en 2022, en Brazilië betaalde 3,5 miljard
dollar extra.
Natuurlijk is een groot deel van deze inflatie het
gevolg van energiekosteninflatie, aangezien de productie van kunstmest een
energie-intensief proces is. Een feit blijft echter dat de mondiale
voedselketen, en dan vooral de Europese schakels daarvan, zich momenteel niet
op een goede plek bevindt.
Rusland blijft bijvoorbeeld meststoffen leveren aan
Afrikaanse landen, maar Afrikaanse landen hebben geen sancties opgelegd aan
Moskou. En Europa kan niet echt een ommezwaai maken en de sancties opheffen,
want dat zal het einde betekenen van elk spatje reputatie die de EU nog heeft.
Iemand die het argument van de IATP onderschrijft dat
de wereld gevaarlijk verslaafd is aan chemicaliën, ziet misschien een kans in
deze kunstmestcrisis. De Nederlandse regering zou het zelfs kunnen omarmen,
aangezien ze aandringt op een vermindering van 70 procent van de
stikstofemissies van de landbouw – een duw die leidde tot massale
boerenprotesten in het land.
Toch suggereren de recente gebeurtenissen in Sri Lanka dat het afschudden van de kunstmestafhankelijkheid onverstandig zou kunnen zijn, vooral als het plotseling gebeurt. In die zin is de verslaving aan kunstmest net zo sterk als de verslaving aan fossiele brandstoffen waar de mensheid volgens sommigen aan lijdt. Wat allemaal niet veel goeds voorspelt..