De belangrijkste productie-index van het Institute for Supply Management voor de maand maart stelde duidelijk teleur. De ISM- index stond vorige maand op 57,1%, tegenover de consensusprognose van 59%. Het cijfer betekende ook een daling met 1,5 procentpunt ten opzichte van de lezing in februari van 58,6%.
\”Dit cijfer duidt enerzijds op een groei van de economie voor de 22e maand op rij na een krimp in april en mei 2020. Dit is anderzijds de laagste stand sinds september 2020 (55,4 procent)\”, aldus het rapport. Waarmee toch een alarmbelletje gaat rinkelen.
Een niveau van meer dan 50% voor de index wordt gezien als een teken van economische groei en vice versa. Hoe verder een indicator boven of onder 50% ligt, hoe groter of kleiner de veranderingssnelheid. De werkgelegenheidsindex steeg in maart tot 56,3%, een stijging met 3,4 procentpunt ten opzichte van de vorige maand. De index voor nieuwe orders daalde van 61,7% naar 53,8%, terwijl de productie-index daalde van 58,5% naar 54,5%.
De Amerikaanse productiesector blijft een grote vraag ervaren te midden van beperkingen in de toeleveringsketen, aldus het rapport. “In maart is er enige vooruitgang geboekt wat betreft het oplossen van de problemen met arbeidstekorten in alle lagen van de toeleveringsketen, wat zal resulteren in een verbeterde productie in de fabrieken en soepelere leveringen door de leveranciers. “Maar hoe dan ook bevindt de productie zich op een teleurstellend niveau, waarschijnlijk als gevolg van timingproblemen”, zegt Timothy Fiore, voorzitter van het Institute for Supply Management Manufacturing Business Survey Committee.
“De levering door leveranciers verliep vlotter, wat suggereert dat problemen met de toeleveringsketen niet zo heel groot zijn ondanks de oorlog in Oekraïne en lockdowns in China. Die impact zal echter waarschijnlijk meer voelbaar worden in de index die volgende maand wordt gepubliceerd.”, zegt Katherine Judge, senior econoom van CIBC Capital Markets.