De koersdaling van de euro zet zich onverminderd verder. Er is sprake van een daling met 6% voor het valutapaar EUR/USD in de afgelopen weken, met 8% sinds april en met 12% tot nu toe dit jaar. De analisten van Nomura verwachten tegen eind augustus nog eens een daling met 5% richting 0,95.
Het huidige risico voor de valutahandel is dat Rusland Nord Stream 1 weer aanzet na de onderhoudsperiode en als dat zo is kunnen we op korte termijn een opleving van de EUR zien. Waarna de Europese eenheidsmunt weer zal afkalven.
De productiesector in het eurogebied (lees: de bedrijven) heeft een zwakkere euro nodig om concurrerend te blijven, daarvoor zou zelfs een verdere daling richting 0,65 noodzakelijk zijn.
Er zijn twee factoren die van invloed zijn op het concurrentievermogen van de productie in het eurogebied: 1) het verlies van aanzienlijke toegang tot de toeleveringsketens van Rusland en Oekraïne leidt tot hogere invoerkosten uit andere bronnen ; en 2) de energiekosten in Europa zijn veel hoger dan in de VS (aardgasprijzen zijn 6-7x hoger dan in de VS en stijgen nog steeds).
De vraag is ook een andere factor: de Chinese conjunctuurcyclus COVID-19 heeft geleid tot een vertraging van de export van de EU naar China. De ineenstorting van de ruilvoetverhouding van het eurogebied ten opzichte van die van de VS suggereert een daling van de EUR/USD tot ongeveer 0,65.