Een kop in het Nederlandse Financieel Dagblad trok
vorige week onze aandacht: ‘Enge parallellen met de grote inflatie van de 16de
eeuw’. Daarmee wordt de huidige inflatieperiode vergeleken met een rampzalige
periode in een uiteindelijk toch niet zo ver verleden: de grote prijsrevolutie
uit de 16de eeuw.
De term ‘prijsrevolutie’ wordt over het algemeen
gebruikt voor een reeks van economische gebeurtenissen van de tweede helft van
de 15e eeuw tot het einde van de eerste helft van de 17e eeuw. Het betrof dan
vooral de inflatie in West-Europa tijdens die periode. In die 150 jaar zijn de
prijzen ongeveer verzesvoudigd. Dat komt neer op een prijsstijging van
gemiddeld 1% per jaar. Of met andere woorden: voor huidige begrippen was de
inflatie dus niet hoog. Maar ze bleven stijgen, jaar na jaar, zodat de
inflatiecijfers uiteindelijk toch door het dak vlogen.
De prijzen waren in die periode, door de
beschikbaarheid op grote schaal van edelmetaal/geld als gevolg van de
ontdekking van Amerika (de grote hoeveelheden goud en zilver die vanuit Amerika
werden aangevoerd), niet meer direct gekoppeld aan de oogst zoals dat in de
Middeleeuwen het geval was. Dit duidde op de ontwikkeling van het kapitalisme
als belangrijke factor in het ontstaan de wereldeconomie. Ook de pest speelde
een rol in het verhaal. Het ‘uitdunnen’ van de Europese bevolking door de pest
plus de beschikbaarheid van veel meer geld in de vorm van goud of zilver,
leidde tot een ontwaarding van dat geld.
De huidige situatie is natuurlijk anders, de
wereldbevolking daalt niet meer stijgt. Maar er wordt wel steeds meer geld in
het financieel systeem gepompt, geld dat door de centrale banken gewoon uit de
lucht wordt geplukt. Jarenlang was de inflatie volgens de centrale banken te
laag, maar inmiddels is de geest uit de fles. De inflatie blijft maar stijgen
en de vraag blijft of deze evolutie gestopt kan worden. Dit gezegd zijnde,
wijzen we nog even op de recente Belgische inflatiecijfers zoals die door
Statbel onlangs werden bekendgemaakt.
De Belgische inflatie volgens de Europees
geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedroeg in december 10,2% ten
opzichte van 10,5% in november en 13,1% in oktober. De kerninflatie (inflatie
zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) kwam uit op 7,1% ten opzichte van
6,8% in november. De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de
maand december bedroeg 10,4% ten opzichte van 10,6% in november.
De subindices met de grootste positieve impact op de
inflatie zijn gas, elektriciteit, zuivelproducten, brood en granen, vlees,
groenten en huisbrandolie. De subindices die vorige maand de grootste negatieve
impact hebben op de inflatie zijn woninghuur, telecommunicatie, verpleging in
het ziekenhuis, restaurants en cafés, meubels, motorbrandstoffen en kleding.
Uiteraard kan het Belgisch inflatieverhaal niet op
zich worden bekeken, de wereld is nu eenmaal een groot dorp geworden. Beleven
we een nieuwe prijsrevolutie? Het is nog te vroeg om daar veel over te zeggen,
maar van de centrale banken mag de grootst mogelijke waakzaamheid
worden verwacht. Misschien is het toch beter om de basisrente wat te
veel in plaats van te weinig op te trekken.