De prijs van een vat
ruwe Brent-olie is teruggevallen van een hoogtepunt van $ 139/vat in 1H22 naar
een dieptepunt van $ 70/vat in 1H23, wat de “centrale bank” op de oliemarkt,
meer bepaald de OPEC+, ertoe heeft aangezet om 1,66 miljoen vaten/dag uit de
markt te halen in wat zonder overdrijving een verrassende zet mag worden genoemd.
Met deze nieuwe aanpak hoopt
de OPEC+ (1) de risico’s van een terugval in de vraag naar olie als gevolg van
de bankencrisis te compenseren en (2) de macrospeculatie op de oliemarkt te
ontmoedigen. Anders gezegd: de organisatie is vastbesloten om de prijs van een vat
ruwe olie hoog te houden, zelfs in een recessieperiode en dat vooral tegen een
achtergrond van hoge inflatie.
En de OPEC+ wil dus niet
wachten tot de olieprijs onder de $ 50/bbl is gezakt om een beslissing te nemen
om het aanbod te verminderen, zoals het in het verleden misschien wel heeft
gedaan. Obligatiehandelaren hebben inmiddels pijnlijk geleerd om niet tegen de
Fed te vechten. Nu probeert OPEC+ de oliehandelaren te leren om niet tegen haar
beslissingen in te gaan.
We hoeven ons
daaromtrent geen illusies te maken: in een wereld met een schaars aanbod aan
ruwe olie kan de OPEC-strategie werken
Zal het werken? Wij
denken van wel. Om te beginnen wijzen de macro-indicatoren niet op een
dreigende vertraging en een prijsgevoelige diensten gedreven vraag
(vliegtuigbrandstof en benzine) zou moeten worden ondersteund door de
heropening van China en de sterke westerse arbeidsmarkten, terwijl de aan de
industrie gekoppelde vraag (nafta, gasolie, stookolie ), die redelijk zwak is, minder
snel lijkt te worden geraakt door hogere olieprijzen.
OPEC+ heeft dus een
sterke wind in de rug die een handje komt toesteken om de prijzen hoog te
houden. Belangrijk is te beseffen dat in een wereld met schaarse fysieke
voorraden en een ruime consumentenvraag de prijselasticiteit van de Amerikaanse
schalieproductie sterk is gedaald, waardoor de OPEC+ opnieuw in het middelpunt
van de olieprijsvorming staat. Hoewel de VS de Strategic Petroleum Reserve
(SPR) misschien niet wil aanvullen, zal de OPEC+ nu actie ondernemen om de
commerciële olievoorraden langs de markt naar omlaag te duwen. Ondertussen
zorgt de geopolitiek ervoor dat de OPEC+-leden gestimuleerd worden om samen te
werken. Maar het kan nu moeilijker blijken om een EU/VS-plafond op Russische
olie af te dwingen, zoals het energiebeleid van Japan al laat zien.
Naar onze mening zijn
er drie belangrijke prijsimplicaties van de OPEC+-verlagingen. Ten eerste
zullen de Brent-prijzen de komende 12 maanden waarschijnlijk gemiddeld $ 10- $
15/bbl boven de eerdere voorspelling van $ 81/bbl liggen. Ten tweede zal de structuur
van de oliemarkt waarschijnlijk in backwardation blijven. Ten derde zullen de
spreads voor ruwe olie waarschijnlijk kleiner worden, wat de wereldwijde
raffinagemarges zal schaden en de waarde zal doen terugvloeien naar de
producenten.
Eerder verwachtten we
een klein overschot op de oliemarkt van 200.000 b/d in 2023, maar nu zien we
een tekort van 400.000 b/d na de productiebeperkingen waarschijnlijk. Nu de
voorraden op het punt staan te dalen, zou de volatiliteit van de Brent moeten
afnemen, wat de verwachtingen voor de olieprijs zal helpen verankeren. Maar
fysieke verlagingen van de OPEC+ productie van ruwe olie zullen botsen met
renteverhogingen van de centrale banken om de vraag te beteugelen, wat economisch
gezien macrorisico’s met zich meebrengt. Uiteindelijk blijven we constructief
en zien we nog steeds een gemiddelde Brent van $88/bbl in 2023 mogelijk.