Regelmatig wordt
victorie gekraaid over de strijd tegen de inflatie, maar het vel van de beer
verkopen alvorens hij is geschoten lijkt minder opportuun. Want de cijfers
liegen er niet om. Consumentengoederen en -diensten waren in Nederland in mei
6,1 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In
april was de inflatie 5,2 procent.
Het CBS publiceert
naast het algemene inflatiecijfer maandelijks ook wat de inflatie is exclusief
de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) en
brandstof. In mei waren consumentengoederen en –diensten exclusief energie en
motorbrandstoffen 7,9 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In
april was de prijsstijging op jaarbasis 7,8 procent.
De inflatie wordt in
Nederland elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI)
ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De CPI geeft het
prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt
aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Een inflatie van 6,1 procent in
mei 2023 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 6,1 procent hoger
zijn dan in mei 2022. De inflatie van 6,1 procent in mei komt dus niet bovenop
de inflatie van 5,2 procent in april.
Inflatie stijgt door
prijsontwikkeling energie
De prijsontwikkeling
van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) zorgde voor een stijging
van de inflatie. Energie was in mei weliswaar 24,9 procent goedkoper dan in
dezelfde maand vorig jaar, maar in april was de prijsdaling op jaarbasis 32,2
procent.