De Verenigde Staten en Europa hebben genoeg goud om terug te keren naar de klassieke goudstandaard, zegt Lawrence (Larry) White, hoogleraar economie aan de George Mason University. Hij legde verder uit dat de gouden standaard wel degelijk kan werken in de wereld van vandaag.
White is een expert op het gebied van de goudstandaard en gratis bankieren. Volgend jaar komt er een nieuw boek uit, “Better Money: Gold, Fiat, or Bitcoin? “
White legde uit dat er in de Amerikaanse geschiedenis drie soorten goudstandaarden waren: de klassieke goudstandaard vóór WOI, de Interbellum Gold Standard en het Bretton Woods-systeem na de Tweede Wereldoorlog. Hij merkte op dat hoewel de klassieke goudstandaard zelfregulerend en stabiel was en geen centrale bank nodig had, de laatste twee regimes problemen hadden om de koppeling aan goud vast te houden.
\”De klassieke gouden standaard was een zelfregulerend systeem\”, zei White. \”Tijdens Wereldoorlog I gingen alle grote landen van de gouden standaard af, met uitzondering van de V.S., en hervatten deze nadien op een andere manier. In het interbellum had je een zeer chaotische mix van sommige landen die wel een goudstandaard hanteerden en anderen die dat niet deden. Dat is niet het gangbare idee van een automatisch functionerende gouden standaard.\”
Het Bretton Woods-systeem koppelde belangrijke valuta\’s aan de Amerikaanse dollar, die zelf aan goud was gekoppeld aan een koers van $ 35 per ounce. White noemde Bretton Woods een \’zeer verzwakte gouden standaard\’.
Onder de klassieke goudstandaard daarentegen zei White dat geld het land in en uit zou stromen als het niet centraal werd gecontroleerd. Het zou binnenstromen als er een grotere vraag was. Het zou wegvloeien als er minder vraag of als er meer goudproductie was.\”