Historisch hoge inflatie in de VS, gecombineerd met
opeenvolgende renteverhogingen door de Fed hebben een aantal economen ertoe
aangezet om de huidige situatie te vergelijken met 1980, waarbij beide periodes
als stagflatoir (hoge inflatie + lage groei/hoge werkloosheid) omschreven
worden.
Voormalig Fed-voorzitter Paul Volcker wordt alom
gecrediteerd voor het terugdringen van de inflatie met dubbele cijfers aan het
eind van de jaren zeventig, maar wordt daarbij ook bekritiseerd omdat hij de
recessie van 1980-82 heeft veroorzaakt. De manier waarop hij het deed was
hetzelfde als die waarop de huidige Amerikaanse Federal Reserve die de inflatie
bestrijdt: het verhogen van de Federal Funds Rate. Van gemiddeld 11,2% in 1979,
verhoogden Volcker en zijn raad van gouverneurs via een reeks renteverhogingen
de FFR tot 20% in juni 1981. Dit leidde tot een stijging van de prime rate tot
21,5%, wat het omslagpunt was voor de recessie die volgde.
Veertig jaar later wordt de Federal Reserve
geconfronteerd met een inmiddels bekende vijand, in de vorm van stijgende en
aanhoudende inflatie. En net als ten tijde van de Fed onder Paul Volcker worden
renteverhogingen aangeprezen als de oplossing om alles weer op één lijn te
krijgen.
Econoom Nouriel Roubini betoogt nu al meer dan een
jaar dat de wereldwijde stijging van de inflatie aanhoudend zou zijn en niet
van voorbijgaande aard, zoals de Fed aanvankelijk beweerde, en dat de pogingen
van centrale banken om deze te bestrijden tot een harde economische landing
zouden leiden.
Ondanks hun agressieve praatjes over het beheersen van
de inflatie, is Roubini tot nu toe de enige econoom die publiekelijk zegt dat
centrale bankiers gevangen zitten in een schuldenval.
In zijn laatste rapport schrijft Roubini: ”Het is veel
moeilijker om een zachte landing te bereiken onder omstandigheden van
stagflatoire negatieve aanbodschokken dan wanneer de economie oververhit raakt
door een buitensporige vraag. Sinds de Tweede Wereldoorlog is er nooit een
geval geweest waarin de Fed een zachte landing heeft gerealiseerd met een
inflatie van meer dan 5% (momenteel boven 8%) en werkloosheid onder 5%
(momenteel 3.7%). En als een harde landing het basisscenario is voor de VS, dan
is dat nog waarschijnlijker in Europa vanwege de Russische energieschok,
China’s vertraging en de ECB die op het vlak van renteverhogingen steeds verder
achterop raakt ten opzichte van de Amerikaanse Fed.
Zitten we al in een recessie? Nog niet, maar de VS
rapporteerden in de eerste helft van het jaar wel een negatieve groei en de
meeste toekomstgerichte indicatoren van de economische bedrijvigheid in de
geavanceerde economieën wijzen op een scherpe vertraging die nog erger zal
worden naarmate het monetaire beleid verstrakt. Een harde landing tegen eind
2022 moet worden beschouwd als het basisscenario.
Roubini denkt dat zodra de tekenen van een harde
landing en een financiële crash werkelijkheid worden de Fed een enorme druk zal
voelen om de verkrapping ongedaan te maken. Hij wijst op het VK als een vroeg
teken van “wimping out”.
Toen de inmiddels in ongenade gevallen premier Liz
Truss roekeloze fiscale stimuleringsmaatregelen beloofde, hadden de Britse
obligatie- en valutamarkten er de buik
vol van. Vijf dagen lang werd er geen enkele gilt, het Britse equivalent van
een staatsobligatie verkocht! Het Britse pond kelderde en de rente op
staatsobligaties schoot omhoog, wat de Bank of England ertoe bracht een
noodprogramma voor QE op te starten om staatsobligaties op te kopen.
Roubini heeft ook de krantenkoppen gehaald voor zijn
visie op de wereldwijde economie die wordt blootgesteld aan een stagflatoire
schuldencrisis. Hoe zou dit eruit zien?
Het eerste dat u moet begrijpen, is dat deze periode
van stagflatie verschilt van die van eind jaren zeventig/begin jaren tachtig,
vanwege de veel hogere schuldniveaus.
De verhouding tussen de Amerikaanse schuld en het BBP bedroeg
in de jaren ’70 ongeveer 35%. Vandaag is het drie en een half keer hoger,
namelijk 125%.
Dit beperkt ernstig hoeveel en hoe snel de Fed de
rente kan verhogen, vanwege de enorme extra hoeveelheid rente die de federale
overheid in de VS zal moeten betalen op haar uitstaande schulden.