De Federal Reserve heeft gisterenavond aangekondigd
dat ze de rentetarieven opnieuw met 0,25 procentpunt verhoogt, waardoor het
tarief voor de fed funds wordt verhoogd naar een doelbereik van 4,75 tot 5,0
procent. Met deze stap markeerde de Federal Reserve de negende vergadering op
rij waarin ze de rente verhoogde in een poging om de liquiditeit op de
financiële markten snel te verminderen en de hoge inflatie te beteugelen.
Nu de staatsschuld de kaap van 32 biljoen dollar
nadert, zullen stijgende rentetarieven de kosten van de federale overheid
verhogen, aangezien deze meer rente moet betalen op de uitstaande schulden. Natuurlijk
heeft de Amerikaanse overheid tientallen
jaren geprofiteerd van een seculiere daling van de rente. Hoewel de tarieven
tijdens een economische hoogconjunctuur meestal stijgen, zijn ze op de lange
termijn gestaag gedaald.
Zolang de inflatie hoger blijft dan de rente,
profiteert de overheid van de inflatie door eerdere schulden af te lossen met
de minder waardevolle dollars van vandaag. Dat is natuurlijk een aantrekkelijk
vooruitzicht voor de overheid, maar niet voor degenen die haar schuld kopen.
De reactie van de beurs op Wall Street op de nieuwe
renteverhoging was negatief, de Dow Jones sloot ruim 1,60% hoger. Anderzijds
steeg de goudprijs 1,82% tot $ 1.976,50, zodat de kaap van $ 2.000 langzaam
maar zeker weer in het vizier komt.