Spanje kreeg dit jaar
een vroege hittegolf geserveerd en dat belooft niet veel goeds voor de
zomermaanden. Een verschroeiende Spaanse zomerhitte zou ons binnenkort
midscheeps in de portemonnee kunnen raken.
Het land produceert namelijk
aanzienlijke hoeveelheden van het voedsel van het continent. De langdurige
droogte dreigt de prijzen hoog te houden.
De temperatuur in het
zuidelijkste puntje van Spanje bereikte vorige week donderdag 38,7°C, waarmee
het record voor de warmste dag ooit in april voorlopig werd verbroken. Ter
vergelijking: de gemiddelde temperatuur in die maand was 14,2C tussen 1991 en
2020 voor Andalusië, waar het record werd gevestigd. Het land is alert omdat de
temperaturen hoog blijven, de luchtvochtigheid laag en de wind krachtig is:
perfecte omstandigheden voor natuurbranden.
Zelfs als de
temperaturen beginnen af te koelen, zal er niet veel verlichting zijn voor de
uitgedroogde gewassen en de worstelende boeren in Spanje. Het is allemaal slechts
een onderdeel van een lange periode van weer gerelateerde stress voor de natie,
die de afgelopen drie jaar te maken heeft gehad met meer dan gebruikelijke
hitte en weinig regenval. Wat het land eind 2022 officieel in een staat van
langdurige droogte terechtkwam.
Medio april bracht de
Coördinator van Boeren- en Ranchersorganisaties (COAG), de belangrijkste
landbouwvereniging van Spanje, een rapport uit waarin werd gewaarschuwd dat de
droge periode “onomkeerbare verliezen” veroorzaakt aan meer dan 3,5
miljoen hectare gewassen.
Het rapport zorgt voor
apocalyptische lectuur: de waterreserves zijn extreem laag en gewassen in
sommige regio’s zullen volledig verloren gaan tenzij het begint te regenen. In
Murcia, dat ook wel de ‘moestuin van Europa’ wordt genoemd, vernietigt de
droogte de graanoogst en heeft het vee zwaar te lijden. Boeren in Andalusië
hebben besloten te stoppen met het telen van industriële tomaten en andere
groenten, waarbij wintergewassen zoals knoflook en uien in gevaar komen. Dat
baart ons grote zorgen: Spanje produceerde in 2021 ongeveer 25% van de verse
groenten van de Europese Unie.
We hebben dus
“heatflatie”: voedselprijzen stijgen naarmate extreme temperaturen en
droogte leiden tot kleinere oogsten en een ravage onder de veestapel. Uit een
rapport uit 2021 van de Europese Centrale Bank bleek dat hete zomers de
grootste en langstdurende impact hebben op de inflatie, met name op de voedselprijzen.
Naarmate de impact van klimaatverandering erger wordt, zal ook het effect op
onze portemonnee toenemen.
De olijfolieprijzen
blijven bijvoorbeeld stijgen doordat de oogsten in Italië en Spanje worden
beïnvloed door extreem weer
We voelen nu al de
gevolgen van hitteflatie. Spanje verbouwt 63% van de olijven die in de EU in
frituurolie belanden. De consumentenprijzen zijn het afgelopen jaar al met 27%
gestegen. Met olijfbomen die lijden onder langdurige hittestress, is de kans
groot dat de aanvoer dit jaar nog harder wordt getroffen. De prijzen zullen
niet snel dalen.
De omstandigheden
zullen waarschijnlijk op middellange termijn verslechteren. Wetenschappers
voorspellen de komst van El Niño, een natuurlijk voorkomende meteorologische
gebeurtenis die een stijging van de mondiale temperaturen veroorzaakt. De
laatste prognose van de National Oceanic and Atmostpheric Administration (NOAA)
schat de kans op 62% dat zich tussen mei en juli een El Niño zal ontwikkelen.
De kans op een El Niño tegen de herfst is meer dan 80%.
Dit alles suggereert
dat hitteflatie een blijvertje is. Zelfs als de omstandigheden in Spanje
verbeteren, betekent de realiteit van de klimaatverandering dat de druk op de
wereldwijde voedselvoorziening alleen maar zal toenemen en frequenter zal
worden. De situatie is urgent: we moeten snel klimaatbestendige manieren vinden
om voedsel te verbouwen en het water te beschermen dat nodig is om onze
boerderijen te cultiveren. Het ziet er namelijk niet naar uit dat de
weersomstandigheden in Spanje op korte of middellange termijn zullen
verbeteren.