Er is de afgelopen drie
decennia een gestage migratie van goud van west naar oost gebeurd.
Toen de World Gold
Council 30 jaar geleden zijn eerste Gold Demand Trends-rapport publiceerde,
maakte de Aziatische vraag naar goud 45% van het wereldtotaal uit. Vandaag
nadert het Aziatische aandeel van de wereldwijde vraag naar goud de 60%.
Vooral China en India
hebben deze migratie van goud naar het oosten gedreven. De World Gold Council
beschrijft de twee landen als “superconsumenten” van goud.
Dertig jaar geleden
waren China en India goed voor ongeveer 20% van de jaarlijkse consumentenvraag
naar goud. Tegenwoordig zijn de twee landen goed voor bijna 50% van de vraag
naar goud.
De Indiase
goudrevolutie begon in het begin van de jaren 90 toen het overheidsbeleid
veranderde en de markt vrij werd. In 1992 bedroeg de vraag naar goud in India
340 ton. In 2022 was dat meer dan verdubbeld tot 742 ton.
We hebben een vergelijkbaar
traject gezien in China. Gedurende de laatste helft van de 20e eeuw werd het
Chinezen verboden om goud te kopen. De regering versoepelde de beperkingen in
de jaren negentig en in 2002 werd de Shanghai Gold Exchange opgericht. Binnen
twee jaar was de markt volledig geliberaliseerd.
De jaarlijkse
goudconsumptie van China is vervijfvoudigd van iets meer dan 375 ton in het
begin van de jaren negentig tot een recordhoogte van 1.347 ton in 2013. Sindsdien
staat China gerangschikt als ’s werelds grootste goud consumerende land.