De rente op tienjarige
Amerikaanse staatsobligaties heeft deze week maandag voor het eerst sinds 2007
de kaap van 5% bereikt en dat weegt niet alleen op de beurs van Wall Street.
De rente op
staatsobligaties is snel gestegen, waarbij de tienjaarsrente steeg van minder
dan 3,50% in het voorjaar en van slechts 0,50% in het begin van de pandemie.
Maandagochtend bedroeg het rendement op de 10-jarige staatsobligatie 4,96%,
nadat het eerder 5,02% bereikte. De sprong betekent dat de Amerikaanse overheid
meer moet betalen om geld van investeerders te lenen om haar uitgaven te
dekken.
Het heeft ook directe
gevolgen voor mensen over de hele wereld, omdat de rente op tienjarige
staatsobligaties het middelpunt is van het mondiale financiële systeem en helpt
bij het bepalen van de prijzen voor allerlei andere leningen en investeringen.
Behalve dat het voor Amerikaanse huizenkopers duurder wordt om een huis met
hypotheek te kopen, zorgen hogere rendementen ook voor een neerwaartse druk op
de prijzen van alles, van aandelen tot cryptocurrencies. Uiteindelijk zouden ze
ervoor kunnen zorgen dat bedrijven meer werknemers ontslaan om hun
winstgevendheid op peil te houden.
Hogere rentes betekenen
een scherpe ommekeer voor een generatie consumenten en beleggers die vrijwel
alleen maar lage rentes hebben gekend, omdat de centrale banken de
rentetarieven op bijna nul hebben gehouden. Door zulke lage rentetarieven konden
consumenten en bedrijven gemakkelijker geld lenen, wat economieën heeft
geholpen zich te hestellen na de financiële crisis van 2008, de Europese
schuldencrisis en andere tegenwind zoals waaronder de COVID-19-pandemie.