De Chinese inflatiecijfers voor januari
wijzen volgens Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild op het voor de hand
liggende: China bevindt zich midden in een deflatoire spiraal. Het CPI-cijfer
daalde met 0,8%, het snelste tempo sinds de Great Financial Crisis en veel
slechter dan het consensuscijfer van -0,5%, terwijl de PPI nog eens 2,5% daalde.
Wat voor de 16e maand op rij een negatieve waarde opleverde. In alle
eerlijkheid/ aangezien de prijzen voor varkensvlees en voedingsmiddelen
daalden, ziet het CPI-cijfer er slechter uit dan het kerninflatiecijfer van
+0,4% op jaarbasis, maar toch mogen er volgens Vranken vraagtekens bij worden
geplaatst.
De dalende inflatiecijfers impliceren een
stijgende reële rente, die vandaag de dag de binnenlandse groei buitensporig
schaadt. De oplossing ? Verlaag de rente agressief om de reële rente omlaag te
krijgen. Maar dat zal volgens Vranken niet noodzakelijkerwijs de vraag op gang
brengen.
De Chinese particuliere sector en een
deel van de publieke sector (provincies en lokale overheden) betalen momenteel hun
schulden af. Daarom zullen ze geen extra schulden aangaan. In het beste geval
kunnen ze de kosten van hun schulden verlagen door zich te herfinancieren. De
vergelijking met het verloren decennium van Japan blijft het Chinese
perspectief achtervolgen. En dat is volgens Vranken geen goed signaal.