De voormalige Credit
Suisse-analist en SAC Capital-portfoliomanager die DataTrek Research in 2017
oprichtte, is optimistisch over de evolutie van de goudprijs.
In 1960 kwam de familie
van Colas vlak na de Cubaanse revolutie naar Amerika met niet meer dan $ 200 in
bezit. Nadat hij carrière had gemaakt, begon zijn vader gouden munten te kopen
tijdens zakenreizen naar Europa toen de goudprijs $35 tot $37 per ounce
bedroeg.
“Hij beschouwde
goud als een waarde opslag op de lange termijn”, zei Colas over zijn
vader. Vervolgen schafte president Nixon in 1971 de goudstandaard af, waarna de
goudprijs begon te stijgen.”
“Aan het eind van de
jaren zeventig werd de inflatie echt een belangrijk investeringsthema en ging
de prijs van goud zelfs nog verder stijgen”, vervolgt hij.
In 1974 steeg de waarde
van goud van de $35 in de jaren zestig naar $600 per ounce in 1980.
Terwijl de S&P 500
de afgelopen tien jaar ongeveer 13% per jaar is gegroeid, begint de
samengestelde jaarlijkse groei van 5% van goud er ook behoorlijk indrukwekkend
uit te zien als je buiten de Amerikaanse grenzen kijkt.
Colas merkt op dat de
MSCI All-Country Ex-U.S. index en Chinese aandelen respectievelijk slechts 5%
en 3% groei lieten zien. Beleggen in goud was buiten de VS dus toch nog niet
zo’n slecht idee. En nu zijn de centrale banken in de ring gekomen.
Volgens de World Gold
Council is 25% van de vraag naar goud momenteel afkomstig van centrale banken –
voornamelijk China, Rusland, Turkije en India. Waarom? Goud geprijsd in dollar
is nog steeds de reservevaluta van de wereld.
Goud biedt centrale
banken ook immuniteit tegen sancties en confiscatie tijdens geopolitieke
omwentelingen. Met de toenemende spanningen waarbij landen als Rusland en China
betrokken zijn, bewegen centrale banken zich richting activa die niet alleen
door de dollar worden ondersteund, maar ook ongevoelig zijn voor sancties en
confiscaties, zoals wat we zagen met de Russische activa na de invasie van
Oekraïne.
Zo vat Colas het kort
en goed samen: “We zijn behoorlijk optimistisch over goud, de komende vijf
tot tien jaar heb je een goede onderliggende vraag en een goede incrementele
vraag van centrale banken.”