De fixatie van de
centrale banken op het uitbreiden van hun goudreserves sinds 2022 heeft
beleggers ertoe aangezet om ook meer van hun kapitaal aan de markt voor edelmetalen
toe te vertrouwen, zei JPMorgan vorige week in een rapport.
Hoewel de bank heeft
vastgesteld dat de handelaren wereldwijd het afgelopen jaar grotendeels
onderwogen zijn geweest in alle mogelijke grondstoffen, is hun geschatte
blootstelling aan het gele metaal toegenomen tot het hoogste niveau sinds 2012.
Met andere woorden: de
allocatie van beleggers aan goud lijkt op dit moment naar historische
maatstaven tamelijk hoog en men moet uitgaan van een structurele toename van de
vraag van de centrale banken die verder gaat dan de historische normen. Dit vanwege
de angst voor sancties of algemene diversificatie weg van staatsobligaties van
de G7.
Sinds de Russische
invasie van Oekraïne begin 2022 hebben buitenlandse centrale banken hun
goudreserves vergroot in een poging minder afhankelijk te zijn van de
Amerikaanse dollar. Hoewel de munt de belangrijkste reservevaluta ter wereld
is, diende de bewapening van de dollar tegen Rusland als een waarschuwing voor
andere landen met grote blootstelling aan de Amerikaanse munt.
Maar terwijl centrale
banken in het eerste kwartaal 228,4 ton goud toevoegden – een stijging van 176%
ten opzichte van een jaar eerder – zei JPMorgan dat de toekomst enigszins onzeker
is. In de nota werd melding gemaakt van een vertraging in het tweede kwartaal,
waarbij de netto-aankopen normaliseerden op ongeveer 100 ton.
Dit zou echter te
wijten kunnen zijn aan de onrust op de lokale goudmarkt in Turkije, waardoor de
centrale bank van dat land meer goud verkocht.
Hoewel deze
normaliseringstrend wellicht slechts tijdelijk is, zou zij helpen het meer
traditioneel evenwicht tussen goudprijsniveaus en reële obligatierendementen te
herstellen. De vraag van de centrale banken heeft de prijs van de grondstof
hoger opgedreven dan zou worden gesuggereerd door de reële rente op tienjarige
staatsobligaties.