Tot nu toe waren de
best presterende sectoren op de beurs in zowel Europa als de VS de
energiesector en de basismaterialen. Om te begrijpen waarom dat zo is, hoef je volgens
Frank Vranken van Bank Edmond de Rothschild alleen maar te kijken naar hoe de
onderliggende prijzen voor olie en sommige basismetalen het hebben gedaan. En
het is geen verhaal van vraag, maar eerder van aanbod.
De bezuinigingen op het
aanbod van de OPEC+ zijn een heus knelpunt geworden. Ondanks het feit dat de
wereldeconomie vertraagt en je dus zou verwachten dat de erosie van de vraag de
olieprijzen zal doen dalen, heeft de dynamiek aan de aanbodzijde volgens
Vranken de overhand.
In de VS bevinden de
olievoorraden zich op een recordlaagte. En daarmee bedoelt hij de totale
voorraden die de publieke strategische oliereserves combineren met de
particuliere olievoorraden die op de markt beschikbaar zijn. Zelfs als de
Amerikaanse olieproductie op weg is naar nieuwe recordniveaus, kan de huidige
situatie niet van de ene op de andere dag veranderen. Dezelfde opmerking geldt
voor China, waar de nationale oliereserves worden aangevuld om grotere
voorraden op te bouwen.
Ondertussen is het
verhaal met betrekking tot de basishulpbronnen, en dus voor de meeste
basismetalen, enigszins vergelijkbaar, ook al moet je een onderscheid maken.
Maar wat China betreft: zelfs als de economie vertraagt, zijn de voorraden
ijzererts in de Chinese havens tot het laagste niveau geslonken voor de afgelopen
vijf jaar. Gedeeltelijk komt dat doordat Peking opnieuw op de
infrastructuurknop drukt en de spoorweguitbreiding heeft gestimuleerd, lees
door extra spoorwegen in het hele land aan te leggen. De logica voor zink en
tin lijkt vergelijkbaar te zijn met die voor ijzererts, terwijl de inzinking
van de bouwsector in China de prijzen voor koper heeft gedrukt.
Dat gezegd zijnde
riskeren hogere grondstoffenprijzen het beleid van de centrale banken te laten
ontsporen, omdat de totale inflatie hierdoor zal stijgen als de huidige prijzen
op dit niveau blijven of zelfs hoger stijgen. Eerdere deze week verklaarde de
CEO van Chevron op CNBC-televisie dat hij verwacht dat de olieprijzen
binnenkort de 100$pb zullen overschrijden. Uiteraard zal dit ook de groei
beïnvloeden, vooral in de VS, omdat een groter deel van de bevolking erg
gevoelig is voor energieprijzen en de impact ervan op het beschikbare inkomen.
En het kan van invloed
zijn op het rendement op obligaties, zo stelt Vranken vast. De voor de toekomst
verwachte inflatieniveaus zijn deze maand gestegen, evenals de rendementen op
lange termijnobligaties. De rente op Amerikaanse staatsobligaties op 30 jaar is
deze maand bijna 20 basispunten gestegen. En daarmee zijn de prijzen voor ultralange
obligaties in een duikvlucht terechtgekomen. De 0,65% 6/71 Belgische OLO is
gedaald naar een koersniveau van rond de 36%, wat een rendement van 3,35%
opleverde. Dan te bedenken dat het begin 2021 voor ongeveer 97% werd
verhandeld…