De Amerikaanse
consumentenprijzen stegen in november onverwacht, dit omdat een daling van de
benzinekosten werd gecompenseerd door en stijging van de huurprijzen. Dit
leverde extra bewijs op dat het onwaarschijnlijk is dat de Federal Reserve
begin volgend jaar over zou gaan tot renteverlagingen.
Uit het rapport van het
Ministerie van Arbeid van dinsdag bleek ook dat de prijzen voor occasie auto’s
en vrachtwagens vorige maand herstelden na vijf opeenvolgende maandelijkse
dalingen, waardoor de onderliggende inflatie werd gestimuleerd. Amerikanen
betaalden ook meer voor gezondheidszorg en autoverzekeringen.
De iets stevigere
inflatiecijfers volgden in de nasleep van gegevens van afgelopen vrijdag
waaruit bleek dat de banengroei in november versnelde en dat het
werkloosheidscijfer daalde naar 3,7%, vergeleken met een hoogste punt in twee
jaar van 3,9% in oktober.
“De aanhoudende druk op
de huizenprijzen en hun buitensporige invloed op de inflatie vertellen ons waarom
oproepen tot een vroegtijdige en snelle versoepeling van het monetair beleid
van de Fed met de nodige voorzichtigheid moet worden bekeken”, zegt Kurt
Rankin, senior econoom bij PNC Financial in Pittsburgh. Pennsylvania.
‘De Fed zal de rente
niet verlagen totdat de drijvende krachten achter de inflatie goed en wel zijn
getemd.’
De
consumentenprijsindex (CPI) steeg vorige maand met 0,1%, na in oktober
onveranderd te zijn gebleven, aldus het Bureau of Labor Statistics van het
Labor Department. De benzineprijzen daalden met 6,0%, na een daling van 5,0% in
de voorgaande maand. Maar aardgas kostte meer, net als elektriciteit.
De voedselprijzen
stegen met 0,2%, na een stijging van 0,3% in oktober. De prijzen voor
levensmiddelen in de supermarkt stegen met 0,1% als gevolg van de stijging van
de kosten van granen en bakkerijproducten, maar ook van groenten en fruit.
Vlees, vis en eieren kosten echter minder.