In augustus 2022 publiceerde Zoltan Pozsar een
fascinerende rapport waarin hij aangaf hoe 2.000 miljard dollar aan Duitse economische
waarde afhing van 20 miljard dollar aan Russisch geïmporteerd aardgas. Duitsland
paste een hefboomeffect van 100x toe – veel meer dan bij de Lehman-crisis vorig
decennium het geval was – op goedkope grondstoffen en dan voornamelijk op Russisch
gas, om zijn export gedreven economische wonder tientallen jaren lang goedkoop
te laten draaien.
En nu het goedkope gas van Rusland verdwenen is, geldt
dat ook voor de enorme operationele hefboomwerking van Duitsland. Deze zal
onvermijdelijk afgebouwd moeten worden, wat met heel wat pijn gepaard zal gaan.
Naar bewijs daarvoor hoeft niet verder gezocht te worden
dan de studie die onlangs door Allianz Trade is gepubliceerd, waarin wordt
verwezen naar het aflopen van contracten en waaruit volgens Reuters blijkt dat
de Duitse industrie in 2023 ongeveer 40% meer zal betalen voor energie dan in
2021 vóór de energiecrisis veroorzaakt door de Russische invasie van Oekraïne.
“De grote energieprijsschok ligt nog steeds in
het verschiet voor Europese bedrijven”, zegt Allianz Trade de
kredietverzekeraar die vorig jaar zijn naam veranderde en voordien Euler Hermes
heette.
Ter herinnering: in 2022 werden de hogere
energierekeningen van bedrijven binnen de perken gehouden doordat lange
doorlooptijden op de groothandelsmarkten en overheidsinterventies de klap van
de stijgende prijzen verzachtten toen Rusland de brandstofexport naar het
Westen aan banden legde. De resulterende begrotingstekorten werden prompt
gefinancierd door de ECB, wat betekende dat Christine Lagarde, ondanks alle
aanstellerij en spierballengerol over aan Rusland opgelegde sancties,
rechtstreeks de staatkas van Poetin financierde.
Maar er komt een einde aan het tijdperk van goedkope
energie, wat betekent dat prijsstijgingen binnenkort de bedrijfswinsten in heel
Europa met 1-1,5% zullen drukken, wat zal leiden tot lagere investeringen die
in het geval van Duitsland zouden kunnen teruglopen met 25 miljard euro, schat
Allianz Trade.
Een pluspunt is dat de financiën van Duitse bedrijven sterk
zijn, terwijl een door de staat opgelegde gasprijsplafond op zijn beurt een
handje zou toesteken.
Tegelijkertijd is er de groeiende vrees dat de crisis
zou kunnen leiden tot de-industrialisatie en een verlies aan
concurrentievermogen ten opzichte van de Verenigde Staten. Misschien is die
vrees echter wel wat overdreven, omdat arbeidskosten en wisselkoersen een
grotere impact hebben op de productie dan energieprijzen, aldus de studie. Terwijl
de exporteurs marktaandeel verloren in
sectoren als agricultuur, machines, elektrische apparatuur, metalen en
transport, waren de relatieve begunstigden eerder Aziatisch, Midden-Oosters en
Afrikaans, niet Amerikaans, voegde het eraan toe.
Ondertussen zei het ministerie van Economische Zaken
zaterdag dat de eenmalige betaling van de Duitse regering om particuliere
huishoudens en kleine bedrijven te helpen met de aardgasprijzen – de eerste
fase van een pakket dat zal worden aangevuld met prijsplafonds met
terugwerkende kracht vanaf maart – 4,3 miljard euro heeft gekost tot nu toe.
Daar stopt het niet mee, want veel in aanmerking komende bedrijven hebben die
steun nog niet aangevraagd. Ze hebben tot eind februari de tijd om zich aan te
melden; en te oordelen naar de enorme verliezen waarmee ze nog steeds worden
geconfronteerd, zullen ze dat ook doen.